Op de laatste zondag vóór Pasen viert de katholieke kerk ‘Palmpasen‘. Herdacht wordt de intocht van Jezus in Jeruzalem, waarbij hij uitbundig met palmtakken werd toegejuicht. Katholieke kinderen liepen vroeger op Palmpasen massaal mee in ‘palmpaasoptochten’. Nog steeds worden die in sommige plaatsen gehouden, zij het met minder deelnemers (foto: palmpaasoptocht in Boxtel). De kinderen dragen dan een ‘palmpaas’, een door hen versierde tak met meerdere zijtakken als verwijzing naar de palmtakken waarmee Jezus in Jeruzalem werd begroet en naar het kruis waaraan hij stierf. Aan de palmpaas worden vruchten en snoepjes gehangen. Bovenop hoort een broodje in de vorm van een haantje te worden gestoken, dat het drievoudige verraad van Petrus symboliseert, waarbij een haan kraaide. Tijdens de palmpaasoptocht wordt het liedje Palm palm Pasen gezongen: “Palm palm Pasen, hei koerei, over enen zondag krijgen wij een ei. Eén ei is geen ei, twee ei is een half ei, drie ei is een paasei.”