Katholieken branden in kerken en kapellen graag kaarsen bij beelden van Jezus, Maria of heiligen. Ze doen dit bijvoorbeeld om dierbare overledenen te herdenken, om steun te vragen voor zieken of om bepaalde gunsten te verkrijgen. Katholieken steken een kaars niet ‘aan’, maar ‘op’. Als iemand te kennen geeft dat ergens te gaan doen, wordt door anderen wel gezegd: “Steek dan voor mij ook een kaarsje op”. Het is gebruikelijk om degene die de opdracht uitvoert, het voor de kaars benodigde geld mee te geven. Waxinelichtjes hebben in sterke mate de traditionele kaars verdrongen omdat het roet van het branden van kaarsen leidt tot vervuiling van interieurs.