Op 2 oktober wordt in de katholieke kerk de ‘Gedachtenis van de Heilige Engelbewaarders’ gevierd. Het begrip ‘engelbewaarder’ of ‘beschermengel’ verwijst naar het geloof dat God voor ieder mens een speciale engel heeft uitverkoren die hem/haar beschermt en begeleidt (foto: Marcantonio Franceschini (1648-1729), The Guardian Angel, Dulwich Picture Gallery, Londen). Engelen zijn geestelijke onsterfelijke wezens, door God geschapen om Hem te dienen. Over de engelbewaarder noteert de Beknopte verklaring der feesten in de R.K. Kerk (1923): “Ieder mens heeft van God een engel ontvangen die hem van zijn geboorte tot aan zijn dood begeleidt, bijstaat, beschermt en verdedigt. Hij wekt ons tot de deugd; onderwijst en verlicht ons aangaande de geestelijke belangen onzer onsterfelijke ziel. Hij draagt te allen tijde onze gebeden aan God op en is voor ons steeds een machtige beschermer, een wijze raadsman, een waakzame herder. Vooral in de laatste ogenblikken van ons leven, in dien allesbeslissende stond, waarin de duivel al zijn krachten inspant om onze ziel voor eeuwig in zijn rampzalig lot te doen delen. Dan vooral strijdt de engel voor ons en verlaat ons niet” (uit: Ad Rooms, Het Rijke Roomse Leven – Herinneringen met weemoed en weerzin, deel 3, Raamsdonksveer 2006). Veel katholieke kinderen kenden vroeger het volgende rijmpje: “’s Avonds als ik slapen ga, volgen mij veertien engeltjes na. Twee aan mijn hoofdeind. Twee aan mijn voeteneind. Twee aan mijn rechterzij. Twee aan mijn linkerzij. Twee die mij dekken. Twee die mij wekken. Twee die mij wijzen naar ’s Hemels paradijze.” In de Katechismus van de Katholieke Kerk (1995) is te lezen: “Iedere gelovige wordt terzijde gestaan door een engel om hem als een behoeder en herder naar het leven te leiden. Vanaf het aardse bestaan neemt het christelijk leven in het geloof deel aan de gelukzalige gemeenschap van engelen en mensen, verenigd in God” (336).