Hoogstwaarschijnlijk hebben katholieken een van oorsprong heidens drink- en eetgelag gekerstend en is daaruit ‘carnaval’ ontstaan. Er wordt drie dagen uitbundig gefeest (foto: carnavalsvierders in Tilburg) als aanloop naar de veertigdagentijd, ‘de vasten’, zoals katholieken deze periode van versobering en bezinning doorgaans noemen, die duurt van Aswoensdag tot Pasen. Het woord ‘carnaval’ is vermoedelijk afgeleid van het Latijnse carne vale, ‘vlees, vaarwel’, met het oog op de vastenperiode. In veel Nederlandse plaatsen worden carnavalsoptochten gehouden met praalwagens.