Ten tijde van het ‘Rijke Roomse Leven‘ was ‘aanbidding van het Allerheiligste’ een massaal beoefende devotie. Het Allerheiligste is een geconsacreerde hostie. Tijdens een stille gebedstijd wordt in kerken of kapellen het Allerheiligste in een meestal rijk versierde houder (‘monstrans’) ter aanbidding getoond, ‘uitgesteld’ in katholiek jargon (foto: aanbidding in de Sacramentskapel van de Sint-Janskathedraal in ‘s-Hertogenbosch). ‘Aanbidden’ is het in stil gebed verwijlen bij het Allerheiligste. De uitstelling van het Allerheiligste maakt soms deel uit van een ‘Heilig Uur’, waarin het lijden van Christus wordt herdacht. Ook tijdens het ‘Lof’, een gebedsdienst met zang en stil gebed, wordt het Allerheiligste uitgesteld. In de traditionele Mariamaanden, mei en oktober, is op veel plaatsen een ‘Marialof’. Na een periode waarin ‘eucharistische aanbidding’, zoals de devotie officieel heet, steeds minder werd beoefend, blijkt de laatste decennia sprake te zijn van een heropleving. De website ‘Eucharistische aanbidding’ heeft zo’n 150 plekken in Nederland geregistreerd waar aanbidding plaatsvindt als onderdeel van het liturgische aanbod in parochies en kloostergemeenschappen.